Bint

Auteur: Ferdinand Bordewijk

Jaar van uitgave: 1934

Plaats van uitgave: Amsterdam

Uitgever: Nijgh en Van Ditmar

Aantal bladzijdes: 76

Thema: geestelijke weerbaarheid. Ik bedoel daarmee dat de mens in de periode waarin het boek afspeelt, tussen de Eerste en de Tweede wereldoorlog in, rond de economische crisis van gekheid niet wist bij welke groep zij zich wilde aansluiten, of hoe zij zich wilde gedragen. Het nationaal-socialisme kwam op, en veel mensen sloten zich zonder er bij na te denken aan bij deze partij, in de hoop op meer welvaart. Bint probeert via tucht maatschappelijke reuzen te kweken, die niet bang zijn in de maatschappij, wat hem voor een groot deel is gelukt, want de saamhorigheid is ontzettend hoog in zijn favoriete klas.

Motief:

-verzet/maatschappijkritiek, duidelijk terug te zien in de afkeer die wordt geuit tegen Bint en zijn leer.

-zelfmoord, met de dood van Van Beek.

Genre: Psychologische roman, tuchtroman

Stroming: verlichting, want de wetenschap is belangrijk, te zien aan dat het zich op een school afspeelt, en de rede is belangrijkste bron van kennis. Modernisme, het sceptisch zijn naar de nieuwe ontwikkelingen.

Titel beschrijving: Bint is de naam van de directeur van de tuchtschool uit het verhaal. Door zijn keuzes in het verleden lezen wij de gevolgen en de kritiek die de maatschappij erop heeft. 

Samenvatting:

Op een sombere ochtend in november meldt zich een nieuwe leraar op de school van Bint. Het is De Bree. Hij zal voor het hele jaar invallen voor een andere docent die is weggepest. Het is zijn eerste baan als leraar en hij is niet van plan om langer dan noodzakelijk te blijven.

Als hij Bint ontmoet heeft hij direct groot ontzag voor de man met de stalen tucht. De school is berucht geworden in de stad en laat al drie jaar lang geen leerlingen meer toe omdat er al veel is geruzied door ouders over Bints strenge regime, maar Bint is onbuigzaam en zet zijn wil door, met als gevolg dat er alleen nog maar vierde- en vijfdeklassers over zijn.

Het eerste uur moet De Bree les geven in 4D, een klas die Bint persoonlijk heeft samengesteld. De Bree noemt deze klas consequent 'de Hel' en de leerlingen van 4D worden ook steeds als monsterlijke dieren beschreven. Vanaf het begin is het duidelijk voor De Bree dat deze klas 'een meesterwerk in wording' is, en zijn onverdeelde aandacht nodig heeft. Elke verslapping zou fataal kunnen zijn voor de volgroeiing van 'Bints monsters'.

Met de drie andere klassen heeft De Bree weinig moeite. De eerste klas typeert hij als “de bloemenklas” en de leerlingen als "planten" of "bloemen". De tweede klas noemt hij “de bruinen”, een zeer leergierige klas. De derde is ijverig, maar kleurloos. Daarom noemt De Bree hen “de grauwen”.

Na een slecht kerstrapport pleegt een van de leerlingen, Van Beek, zelfmoord. Bint voorspelde al dat dit zou gebeuren, wenst zich niet te laten chanteren en grijpt niet in. Hierdoor ontstaat een oproer, maar dat wordt neergeslagen door de Hel, geïnstrueerd door Bint. Ook een opstand door tegenstanders van Bint wordt door hen neergeslagen. De tegenstanders worden van school gestuurd, waaronder aanstichter Jérôme Fléau, met zijn "wimpers van zijde" die De Bree al nooit vertrouwde.

Met de schoolreis gaat De Bree mee met de helft van "de Hel". Twee leerlingen worden gestraft omdat ze tegen de instructies in toch hun eigen route hebben gevolgd.

Aan het eind van het jaar besluit De Bree toch te blijven, ondanks zijn voornemen na een jaar weg te gaan, maar Bint is weg. De dood van Van Beek had hij zich toch aangetrokken. Zo blijkt dat zelfs Bint niet is opgewassen tegen zijn eigen regime. De Bree wilde hem nog eens opzoeken, maar hij werd aan de deur geweigerd.

4D is inmiddels 5C, examenklas. Hoewel de klas een voorstel doet om vrede te sluiten geeft De Bree niet toe en is het wat hem betreft nog steeds oorlog.

Ruimte: Het verhaal speelt zich vooral af op een middelbare school, maar ook in België en Frankrijk als de leerlingen op schoolreisje gaan.

Tijd: Het verhaal speelt zich af rond de tijd van uitgaven, dus rond het jaar 1934.

Vertelde tijd: Ongeveer een schooljaar. het verhaal begint iets na het begin van het eerste schooljaar en eindigt met het begin van het tweede jaar.

Volgorde: Chronologisch, geen flashbacks en ook geen grote tijdsprongen.

Vertelwijze: Hij-vertelwijze vanuit het standpunt van Bint en De Bree.

'Nog eer hij thuis was wist De Bree dat hij niet tevreden was met zichzelf. Moest hij voor die andere aspiraties deze enige school laten gaan? Het voornemen om maar één jaar te blijven was een lintworm die zich in hem had vastgezet.' 

"‘Mijn voorganger is hier weggepest. Jullie denkt natuurlijk dat je mij dat ook kunt leveren: een nieuwe leraar, een tijdelijke nogal. Je vergist je, het zal niet lukken. Ik zou jullie gemakkelijk stuk voor stuk kunnen fijnknijpen. Niet uit kwaadheid, God nee, maar omdat ik dat nu es zou willen. Verduiveld jammer alleen maar, dat het niet mag…’ "

"‘Bint heeft ontslag genomen, hij komt niet terug.’ Zijn mond met de versleten tanden van de pijproker zei het zuur. Zijn gezicht was rood als altijd. Het had weinig uitdrukking. Het leek heel in de verte op de strakheid van Bint."

Personages: 

-Bint: De directeur van een tuchtschool, heeft een streng systeem gemaakt om te zorgen voor maatschappelijk sterke en samenhorige mensen.

-De Bree: een rustige leraar nederlands, die in zijn eerste les de oorlog verklaart aan een klas genaamt de hel. Hij kan zichzelf goed vinden in het systeem van bint en wil dat zijn ziel verder leeft nadat hij vertrekt. 

-Van Beek: Een leerling van de school. Als hij voor zijn kerst beoordeling geen voldoende haalt besluit hij om zelfmoord te plegen en is hiermee van grote impact op het verhaal.

Ondertitel: Roman van een zender. Hierin is Bint met zijn leer de zender en de Bree is de ontvanger.

Motto: geen

Schrijfstijl: Korte zinnen die het verhaal onpersoonlijk en makkelijk maken. Veel details om het verhaal echt levend te maken.

Historische kenmerken: Geschreven als waarschuwing voor het fascisme, een extreme vorm van autoritair nationalisme. Armoede heerste heel erg in deze tijd en dit is goed terug te zien in het boek aan bijv. de conciërge en de schoonmaakster. De manier van hoe ze op schoolreis gaan, met de fiets. Zie ook het thema voor nog een kenmerk.

Creatieve opdracht:

Ik heb een van de creatieve opdrachten een beetje aangepast. Ik ga niet schrijven over aan welke passage ik het liefst heb gewerkt, maar aan welke passage ik liever niet had gewerkt.

Ik heb geen enkel moment spijt gehad van mijn besluit om mijn boek Bint te schrijven. Sommige stukken schrijf je in een dag en daar kijk je verder niet meer naar om, toch is niet elk stuk uit Bint zo geschreven. Met veel pijn in mijn hart heb ik het stuk over Van Beek zijn zelfmoord geschreven. Zelfmoord is nooit een leuk onderwerp en zeker de zelfmoord van een kind doet mij veel pijn. De botheid waarmee Bint inging op dit voorval is natuurlijk zeer verschrikkelijk. Nooit zal ik het iemand toewensen om zelfmoord te (willen) plegen. Mensen die hier op dezelfde manier als Bint mee omgaan zijn simpelweg onmenselijk. Lang heb ik gedacht om dit stuk eruit te laten, omdat ik niemand wilde kwetsen. Toch heb ik besloten het erin te laten, zodat de echt aart van Bint goed naar voren zou komen en dit stuk maakte het makkelijker om de rest van het verhaal af te schrijven. Van tijd tot tijd denk ik nog wel eens terug aan deze passage en dan vraag ik me af of ik het juiste heb gedaan. Ben ik niet te bot over geweest in mijn verhaal, had ik meer moeten in zoemen op het effect van zelfmoord op de vrienden van Van Beek, was er geen betere manier om mijn boek af te sluiten dan door Van Beek zelfmoord te laten plegen. Op deze vragen zal ik nooit antwoord krijgen en ik denk dat ik hier ook geen antwoord op wil. Ik ben blij met mijn boek en offers zoals deze moeten soms gemaakt worden voor het schrijven van een goed boek.

Ferdinand Bordewijk: Amsterdam , 10 oktober1884Den Haag, 28 april1965, auteursnaam F. Bordewijk, was een Nederlandseschrijver van romans, novellen, toneel, prozagedichten, parodieën, grafredes en kritieken. Zijn beroep was advocaat, maar hij is ook een tijd docent geweest. Deze tijd heeft ervoor gezorgd dat hij Bint schreef. Hij is vooral bekend van het trio korte werken Blokken (1931), Knorrende beesten (1933) en Bint (1934), en van de roman Karakter (1938). Hij ontving in 1953 de P.C. Hooft-prijs voor twee werken: de novellenbundel Studiën in volksstructuur (1951) en de roman De doopvont (1952). De Vijverbergprijs van de Jan Campertstichting werd in 1979 omgedoopt tot Bordewijkprijs. Zelf vond Bordewijk de roman Noorderlicht (1948) zijn beste boek. F. Bordewijk geldt met Simon Vestdijk als de belangrijkste Nederlandse prozaïst van zijn generatie. 

Maak jouw eigen website met JouwWeb