Klucht van de koe

Auteur: G.A. Bredero

Jaar van uitgave: 1612

Plaats van uitgave: Onbekend

Uitgever: DBNL

Thema: Bedrog, de dief bedriegt de boer en dat is wat er in het verhaal gebeurd.

Motief: Maatschappijkritiek, de dief heeft veel kritiek op wat hij noemt echte dieven, terwijl hij zelf ook een dief is.

Genre: Klucht

Stroming: bekentenisroman, omdat in dit verhaal de afkeur van de dief goed te merken is.

Titel beschrijving: De titel bestaat uit twee delen. Het eerste deel geeft aan dat het hier om een grappig verhaal gaat, ook wel een klucht. Het tweede deel geeft aan waar de grap in het verhaal mee te maken heeft, namelijk de koe. De grap is dat de dief de koe steelt en deze vervolgens door de boer laat verkopen, zonder dat deze weet dat het zijn koe is.

Samenvatting: De ‘Klucht van de koe’ speelt zich af rond en in Amsterdam. De hoofdpersoon is Gijsje, een dief, hij is op weg naar Amsterdam en blijft overnachten bij een boer die ook herbergier is. De twee praten die avond uitvoerig met elkaar en de boer stelt voor dat de dief de volgende dag met hem meereist, want hij is ook van plan om naar Amsterdam te gaan. De dief vindt dit een goed plan en gaat naar bed. Maar voordat hij gaat slapen steelt hij eerst de dikke koe van de boer en bindt deze een eindje van de boerderij vandaan aan een hooiberg vast, de boer heeft hier niks van gemerkt.
Wanneer de twee de volgende dag op pad zijn, haalt Gijsje de koe op. De boer herkent zijn eigen koe, maar de dief weet hem wijs te maken dat het een andere koe is die hij als aanbetaling voor een oude schuld heeft gekregen. Na een tijdje krijgt hij de boer zelfs zover dat deze ermee akkoord gaat om de koe op de markt te verkopen voor hem. Ze spreken af dat ze elkaar later op de dag weer zullen ontmoeten in een herberg in Amsterdam.
In deze herberg zijn ook de waardin Giertje en een optrekker, dat is een feestbeest. De dief vermaakt zich goed met dit tweetal terwijl hij op de boer wacht. Wanneer de boer aankomt met de opbrengst van de verkoop van de koe biedt de dief aan om het gezelschap op eten te trakteren. Om dit te gaan halen, leent hij schotels van de waardin en de jas van de optrekker. Nadat de dief enige tijd weg is, komt het zoontje van de boer aan en zegt tegen zijn vader dat hun koe is gestolen. Dan dringt het tot de drie door dat ze zijn belazerd. De dief zal niet meer terugkomen en heeft van hen allemaal iets gestolen.

Ruimte: In en rond Amsterdam.

Tijd: Renaissance.

Historische context: Origineel een toneeltekst, er wordt in zijn tekst even de spot gedreven met rederijkskamers die in deze tijd erg populair waren. 

Vertelde tijd: Ongeveer een dag.

Volgorde: Chronologische volgorde.

Vertelwijze: Het is geschreven als een toneelstuk.

Schrijfstijl: Het is geschreven als een toneelstuk en bestaat uit versregels. Geschreven in rijm en elk personage had zijn eigen taaltje.

Personages: 

-De Gaeuw-dief is geen door en door slecht karakter, hij neemt het gewoon niet zo nauw met eerlijkheid. Hij is slim, doorziet zijn kansen en grijpt die dan ook. Ondanks dat hij iedereen in de maling neemt, heb je als toehoorder (of lezer) toch sympathie voor hem omdat de andere personages ook geen lieverdjes zijn. Hij vindt zichzelf geen echte dief, hij uit kritiek op de echte dieven, dat zijn volgens hem de mensen die belasting innen bij de arme burger en valse boekhouders. 

- Dirk Thyssen, de boer, is een goedgelovige man die zo naïef is dat hij de leugen van de Gaeuw-dief gelooft. Hij is erg trots op zijn kennis over de rederijkers maar neemt tevens zijn verlies goed op: de Gaeuw-dief is hem nou eenmaal te slim af geweest.

-Giertje van Vrieslant is een al wat oudere vrouw die de herberg runt. Zowel de Optrecker als de Gaeuw-dief en de Boer zoeken toenadering tot haar, maar hier gaat zij niet op in, ze is alreeds getrouwd. Ze is een sluwe zakenvrouw, maar ook zij wordt beetgenomen door de Gaeuw-dief.

Ondertitel: Die is er niet.

Motto: Die is er niet.

Bredero: Gerbrand Adriaenszoon Bredero (Amsterdam, 16 maart 1585 - aldaar, 23 augustus 1618) was een Nederlands dichter, toneelschrijver en rederijker, niet van de renaissanceliteratuur maar van een volkse dichtkunst. De veelbegaafde Bredero was zowel schilder als schrijver van toneel en lyriek. Zijn toneelwerk beslaat drie genres, kluchten, blijspelen en tragikomedies. lid van de rederijkerskamer d'Eglantier, waar ook P. C Hooft en Samuel Coster lid waren.

Rating: 5 sterren
2 stemmen

Maak jouw eigen website met JouwWeb